Wandelen in het Hintersteiner Tal: de Engeratsgundsee
Ik ben dol op meertjes hoog in de bergen. Soms ligt zo’n meertje zo verstopt dat je uren bergop wandelt, en je bestemming pas ziet liggen als je het water al bijna kunt aanraken. De Engeratsgundsee is er zo een. Dit meertje ligt op bijna 1900 meter in het Hintersteiner Tal, in de Allgäu. Na een pittige klim van bijna 900 meter is een uitgebreide (lunch)pauze aan het water een fijne beloning.
De weg door het Hintersteiner Tal is afgesloten voor auto’s – alleen de plaatselijke Wanderbus mag hier rijden. Op een prachtige dag begin september komen we om kwart voor 8 ‘s ochtends aan op parkeerplaats ‘Auf der Höh’ in het dorpje Hinterstein. We hadden niet veel later moeten zijn, de parkeerplaats is al bijna vol. Vlakbij de Engeratsgundsee, aan de andere kant van het dal, ligt de Schrecksee – misschien wel een van de populairste wandelbestemmingen in de Allgäu. De meeste passagiers van de Wanderbus stappen dan ook uit bij het pad richting de Schrecksee. Wij rijden nog een stukje verder, bij de halte Aufstieg Schwarzenberghütte stapt slechts één ander stel uit.
Schwarzenberghütte in het Hintersteiner Tal
We smeren ons nog even in – het belooft een zonnige dag te worden – en lopen dan het bos in. Het eerste uur slingert het pad door het bos richting de Schwarzenberghütte. Binnen een uur staan we bij de hut, 300 meter hoger dan het beginpunt van de wandeling. De Schwarzenberghütte heeft een ruim terras, maar omdat we pas een uur onderweg zijn besluiten we door te lopen.
We laten het bos achter ons, lopen een stukje over een grindweg en zien al snel hoe het pad zich over een berghelling naar boven slingert. Ergens boven die helling moet de Engeratsgundsee liggen – nog 1,5 uur wandelen volgens de gele routebordjes. Voordat het echt steil wordt houden we nog even pauze op een rots. Het uitzicht is hier al fantastisch: voor ons ligt een alm, daarachter het dal en aan de overkant zien we de bergen waartussen ook ergens de Schrecksee verstopt ligt.
De Engeratsgundsee: vlugge visjes en paragliders
Nu we het bos – en daarmee de schaduw – achter ons hebben gelaten, merken we pas hoe warm het is. Vanaf de Engeratsgundalpe loopt het pad steeds steiler naar boven. Hier en daar staan wat struiken, maar die bieden weinig bescherming tegen de zon. Ik moet regelmatig even stoppen om op adem te komen. Gelukkig is het nog steeds vrij rustig – af en toe passeren mensen ons, en soms passeren wij een groepje, maar echt druk is het niet. De laatste meters naar de Engeratsgundsee zijn het zwaarst. Soms moeten we een stukje op handen en voeten over de rotsen klauteren. Ik weet dat ik mijn doel bijna heb bereikt, maar kan het nog niet zien liggen. Dat is mentaal zwaar. Vooral na een ervaring in Oostenrijk, waar we naar een meertje liepen dat uiteindelijk droog bleek te liggen – een teleurstelling na een paar uur wandelen.
Dan, opeens, is daar de Engeratsgundsee. Een heerlijk rustige plek. Verspreid rondom het meertje zitten groepjes wandelaars. We ploffen neer in het gras en nemen de tijd om onze boterhammen te eten. Boven de bergtoppen – waaronder de Großen Daumen – cirkelen tientallen paragliders door de lucht. In het meertje zwemmen kleine visjes, die vlug wegzwemmen als je te dichtbij het water komt. Ik zou hier uren kunnen zitten. Maar we hebben nog maar 5 kilometer afgelegd, we hebben nog 10 kilometer voor de boeg. Gelukkig hoeven we nog maar een klein stukje omhoog, naar het Türle, een smalle pas op 1940 meter hoogte. We maken nog een paar foto’s voordat we aan de afdaling richting Hinterstein beginnen. Ook hier is het pad steil en rotsachtig, waardoor ik misschien nog wel langzamer naar beneden wandel dan omhoog.
Wandelen over almweiden in het Hintersteiner Tal
We lopen door een landschap van groene almweiden, bezaaid met rotsblokken. In de verte horen we koeienbellen. Een deel van de koeien is nog op de alm, maar over een paar weken zullen ze tijdens de Viehscheid (de Duitse versie van de Almabtrieb) naar het dal worden gebracht. Op dit deel van de wandelroute is het een stuk rustiger dan tussen de Schwarzenberghütte en de Engeratsgundsee. Tot aan het dal zien we nog maar een handjevol mensen – de koeien zijn hier in de meerderheid.
Soms staat zo’n koe ineens midden op het pad. Spannend, want ze hebben flinke hoorns. We lopen met een grote boog om de koeien heen, ze tonen weinig interesse in ons. Na de Untere Nickenalpe, de laatste alm, verandert het pad in een brede – maar vrij steile – bosweg. Aan de bordjes te zien kun je hier in de winter skitoeren en sneeuwschoenwandelen. Nog een uur wandelen, en we staan weer in het dal. We lopen langs traditionele veehutjes, vragen ons af waarom er in de verte getrommel te horen is. Het blijken de koeien. Speciaal voor de Viehscheid dragen ze grote, versierde bellen. Over een vlak pad lopen we terug naar de parkeerplaats in Hinterstein. 15 kilometer, 900 meter stijgen en 1100 meter dalen, dat ijsje hebben we wel verdiend!
Ook wandelen in het Hintersteiner Tal in de Allgäu?
Het Hintersteiner Tal is een paradijs voor wandelaars. Vanaf parkeerplaats ‘Auf der Höh’ vertrekt de Wanderbus, die bij de startpunten van de verschillende wandelingen stopt. Let op: de parkeerplaats is ‘s ochtends snel vol (wij waren er op een zaterdag in september, toen was de parkeerplaats om 8 uur ‘s ochtends al bijna vol). Je kunt ook lopend of met de fiets (e-bike) naar het beginpunt van je wandeling. Ga je met de fiets, houdt er dan wel rekening mee dat je ook weer terug moet naar het punt waar je je fiets hebt achtergelaten. De wandeling uit deze blogpost is dan niet geschikt.
De route die wij liepen begint bij bushalte ‘Aufstieg Schwarzenberghütte’ en eindigt bij de parkeerplaats in Hinterstein, waardoor je aan het einde van de dag dus niet afhankelijk bent van de Wanderbus. De wandelpaden in de Allgäu zijn goed gemarkeerd. Vanaf de bushalte volg je de bordjes naar de Schwarzenberghütte (350 hoogtemeters, ca. 1 uur), daarna volg je de markering naar de Engeratsgundsee (500 hoogtemeters, ca. 1,5 uur vanaf de hut). Het ‘Türle’ is duidelijk zichtbaar vanaf de Engeratsgundsee (60 hoogtemeters, ca. 15 minuten vanaf het meertje). Daarna loop je via de Untere Nickenalpe richting Hinterstein, en volg je het laatste stukje de weg terug naar de parkeerplaats.